20 september 2016, 15:01 | By

Het krampachtige gambling beleid in Oostenrijk –deel I

Inleiding, strafrecht en dienstenverlening

Opnieuw is er een uitspraak van het Europees Hof van Justitie over een staatsmonopolie op het gebied van kansspelen, in dit geval dat van Oostenrijk. Het betrof zaaknummer C-347/09 en het gaat om een strafzaak tegen twee Oostenrijkse ondernemers, zaakvoerders van bet-at-home.com Entertainment GmbH, gevestigd in Oostenrijk. Een terugblik op hetgeen gepasseerd is en een vooruitblik op de gevolgen van het arrest voor de Oostenrijkse staat en haar kansspelmonopolisten Österreichische Lotterien GmbH en Casino Austria (en zijdelings, voor de rest van de Europese Unie).

De huidige gokwet Kansspelen op Afstand (Koa)

De nieuwe gokwet, de wet Kansspelen op Afstand (Koa), die op 1 april 2021 is ingegaan, is met name aangenomen om in te spelen op de nieuwe marktsituatie. Op 19 februari 2019 werd het wetsvoorstel goedgekeurd door de Eerste Kamer waarmee definitief werd besloten om de vorige wet uit 1964 te actualiseren. De vorige gokwet was namelijk opgemaakt in een tijd dat online casino’s nog niet aan de orde waren. Ook is de nieuwe wet Koa erop gericht om illegale casino’s te bestrijden en spelers naar legale websites te leiden waar bezoekers kunnen rekenen op een veilig en Nederlands platform. Door met legale online casino’s te komen, verdient de overheid ook met de belastingen die geheven kunnen worden en anders naar buitenlandse aanbieders zou verdwijnen. De Kansspelautoriteit (KSA) heeft de verantwoordelijkheid om toe te zien op de gokmarkt.

Meer weten over legale casino’s? Lees alles over casino’s met een KSA-vergunning.

Online casino’s toegankelijk voor Nederlandse spelers

Online casino’s zijn sinds 2 oktober 2021 toegankelijk voor Nederlandse spelers. Het gaat in dit geval om gereguleerde casino’s die een officiële vergunning van de Kansspelautoriteit hebben bemachtigd. Die casino’s moeten eerst een aanvraag indienen bij de gokautoriteit waarna deze wordt goedgekeurd of afgekeurd. Sinds de dag dat de nieuwe wet van kracht is, dus sinds 1 april 2021, neemt de KSA aanvragen in behandeling. Op 29 september 2021 zou het de eerste 10 licenties uitdelen waarna de eerste websites met een KSA-vergunning een paar dagen later op 2 oktober 2021 live zouden gaan. Daarmee mogen spelers uit Nederland nu legaal gokken bij deze casino’s. Gokken bij niet-gelicentieerde casino’s daarentegen is niet legaal. 

Gokreclames blijven een heikel punt

Rondom de gokreclames is er nog altijd een hoop te doen, want het idee van het legaliseren van de nieuwe gokmarkt is om spelers te “kanaliseren” van het illegale aanbod naar het legale aanbod online casino’s. Dat kanaliseren is een definitie waarbij je je een visuele trechter moet voorspellen waarin spelers gestimuleerd moeten worden om het illegale aanbod te verlaten en uiteindelijk uit te komen bij de legale opties. Een van de manieren om spelers hierover attent te maken is door hen informatieve reclames te tonen. Deze moeten echter vermijden dat spelers die tot een risicogroep behoren worden verleid tot gokken. Daarom gelden op dit moment de volgende richtlijnen en beperkingen:

  • Gokgerelateerde reclames zijn niet toegestaan tussen 06:00 en 21:00 op radio en tv.
  • Tijdens live sportwedstrijden zijn gokreclames verboden.
  • Reclames op social media met veel jongeren zijn verboden. Dit geldt voor Facebook, Instagram, en TikTok).
  • Professionele sporters mogen hun imago niet lenen aan gokgerelateerde sporters. Ex-sporters (zoals Andy van der Meijde bij BetCity) mogen dat wel.

Omdat er nog een hoop discussie is over het wel of niet moeten tonen van gokreclames en in welke vorm is onze verwachting dat gokreclames aan veranderende regels onderhevig zullen zijn. 

CRUKS-register: uitsluiten van risico spelers

Om kansspelverslaving tegen te gaan heeft de Kansspelautoriteit de database CRUKS in het leven geroepen. Deze database moet zowel door landgebonden speelhallen als legaal opererende online casino’s worden gebruikt. In deze database staan kwetsbare gokkers of spelers met een verbod op gokken. Mensen met een registratie in CRUKS mogen niet deelnemen aan kansspelen. Aanmelding voor de database kan vrijwillig, maar ook gedwongen. In dat laatste geval kunnen schuldeisers, familie en vrienden de probleemgokker laten registreren. Het CRUKS-register is gekoppeld aan het BSN-nummer dat wordt nagetrokken bij het casino bezoek of aanmelding. Eenmaal in het systeem van de kansspelaanbieder hoeft het BSN-nummer niet elke keer te worden gecheckt. Spelers die in het CRUKS-register staan worden niet toegelaten tot het casino, noch online, noch offline. 

Meer weten? Lees alles over het CRUKS-register.

Stakeholders van de nieuwe gokwet

Er zijn een hoop verschillende partijen die te maken krijgen met de nieuwe gokwet. Zo is de wet opgesteld door de overheid voor gokfaciliteiten om spelers te beschermen. We nemen alle stakeholders van de nieuwe gokwet met je door:

  • Overheid: in februari 2019 zou de Eerste Kamer de wet aannemen. Minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker was verantwoordelijk voor het dossier en zou een centrale rol spelen bij de goedkeuring van de wet en de aanloop daartoe.
  • Kansspelautoriteit (KSA): de KSA werd in 2012 aangewezen door de overheid om in te spelen op de gokwet die toen al werd beraamd om pas in 2019 te worden aangenomen. De KSA is een overheidsorgaan die de markt moet reguleren en illegale aanbieders moet weren. Ook geeft het de goklicenties uit aan offline en online aanbieders.
  • Online operators: de online aanbieders worden echter het meest beïnvloed door de nieuwe gokwet, omdat de offline gokfaciliteiten al beschikten over een vergunning van de KSA om hun diensten aan te bieden. De online operators kunnen zowel uit het binnenland als buitenland komen en bieden diensten aan als videoslots, tafelspellen, live casino spellen, online bingo, en sportweddenschappen.
  • Spelers: sinds 2 oktober 2021 mogen spelers uit Nederland legaal gokken bij online aanbieders die beschikken over een vergunning van de KSA. Spelers zullen daarbij rekening moeten houden met het CRUKS-register en andere eisen zoals de minimumleeftijd van 18 jaar. 
  • Belastingdienst: voor de kansspelbelasting valt te zeggen dat deze al wordt voldaan door de aanbieder. Spelers hoeven daardoor niet nog een keer belasting af te dragen. De winsten die spelers maken in het online casino zijn daardoor belastingvrij. De kansspelbelasting bedraagt 30.1%, maar raakt spelers niet. Dit percentage is een verhoging van het eerdere 29%. Wat aanvankelijk een tijdelijke verhoging zou zijn is tot op heden nog niet teruggedraaid. 

Inleiding

bet-at-home.com AG is een Duitse onderneming, gevestigd in Düsseldorf met een dochteronderneming in Oostenrijk, gerund door twee man, Jochen Dickinger en Franz Ömer. Bet-at-home biedt in verschillende landen online kansspelen aan, waartoe het bedrijf een vergunning heeft van de Maltese Lottery and Gaming Association, de LGA. Op Malta is ook een vestiging, waar o.a. de klantenservice is gehuisvest. De zaak, waar het om draait is in augustus 2009 bij het Hof binnengebracht met een verzoek van de Bezirksgericht Linz (Oostenrijk) om licht te scheppen in een aantal duistere zaken. Er kleven een aantal aspecten  aan deze zaak, die het weer net even anders maakt dan eerdere zaken, die een vergelijkbare strekking hadden. De hamvraag is meestal in hoeverre een overheid binnen de EU nog gerechtigd is om het kansspelbeleid naar eigen goeddunken in te richten en daarbij de kansspelen te gunnen aan slechts één of enkele partijen.

In Oostenrijk wordt onderscheid gemaakt tussen loterijen en online kansspelen, een totalisator (Toto), landcasino’s en sportweddenschappen. De federale wet in Oostenrijk, die de kansspelen regelt heet het  Glücksspielgesetz (GSpG), maar sportweddenschappen vallen er niet onder, omdat deze niet als kansspelen worden beschouwd. Online casinospelen zijn met loterijen gelijkgesteld en de wet bepaalt dat alleen de Oostenrijkse staat kansspelen en loterijen mag organiseren. De minister van Financiën is daarbij de baas en hij mag een concessie verlenen aan een derde partij, die aan een aantal voorwaarden moet voldoen en die onder strak toezicht van de staat blijft staan. Overtreding van de GSpG levert een strafbaar feit op, waarop gevangenisstraf kan staan en hoge boetes.

Loterijen en online casino mag alleen worden aangeboden door de eerder genoemde Österreichische Lotterien, die voor het merendeel in handen is van Casino Austria AG, een privaatrechtelijke naamloze vennootschap, waar de staat ongeveer een derde van de aandelen in houdt. bet-at-home.com heeft een aantal divisies, waarvan bet-at-home Entertainment in Oostenrijk een vergunning heeft voor het aanbieden van sportweddenschappen. Er is echter ook een holding opgezet in Malta en vanuit die club worden online casinospelen aangeboden in Oostenrijk op een Maltese vergunning. U raadt het al: de Oostenrijkse staat acht dat strafbaar volgens hun kansspelwet en de heren Dickinger en Ömer stellen dat het Oostenrijkse model niet deugt en strijdig is met Europese spelregels, met name die van de artikelen 49 en 43, die respectievelijk het vrije verkeer van diensten en de vrijheid van vestiging voorstaan.

Het Bezirksgericht in Linz aarzelt en betwijfelt of de Oostenrijkse regels verenigbaar zijn met het Unierecht, zeker ook gelet op de agressieve reclame die Casinos Austria voor haar kansspelaanbod maakt. Ik zal de vragen van het Oostenrijkse hof kort samenvatten (het is namelijk een flink A4-tje vol). Onderaan dit artikel staat een verwijzing naar de volledige tekst van de uitspraak, voor wie graag het naadje van de kous wil lezen.

De vragen aan het Europees Hof

De eerste vraag gaat over de eisen, die aan een vergunninghouder worden gesteld, met name het noodzakelijke aandelenkapitaal van €109 miljoen (voor landcasino’s €22 miljoen) en dat een vergunninghouder geen filialen buiten Oostenrijk mag oprichten.

De tweede vraag is of een lidstaat die het kansspelbeleid regelt via een monopolie straffen bij overtreding kan opleggen, terwijl in feite art. 49, het vrij verrichten van diensten van toepassing is.

Vraag drie gaat over het toetsingsniveau van een lidstaat of de kansspelautoriteit van dat land. Het is een lange vraag, maar niet relevant in deze zaak gebleken, zoals verderop uit het antwoord zal blijken.

Vraag vier is of een organisatie die in de ontvangende lidstaat is gevestigd op grond van artikel 49 toch gewoon diensten kan verlenen aan een bedrijf dat vanuit een andere lidstaten diensten aanbiedt, ook al worden die in het ontvangende land als onwenselijk beschouwd.

Goed, dat is een mooie mond vol, maar er zit hier een heel fraai aspect aan de zaak, namelijk dat één vraagstelling van de rechter in Linz zo geformuleerd is dat het lijkt dat hij de voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning van de Maltese LGA  op een hoger plan inschaalt dan die van de Oostenrijkse regering. Ook suggereert de rechter dat het niveau van het toezicht van de LGA hoger moet worden aangeslagen dan het toezicht van de Oostenrijkse staat. Dat is een interessante case, die prikkelend is ook voor het komende Nederlandse debat, waarbij aan de orde zal komen in hoeverre wij vertrouwen hebben in hetgeen in andere lidstaten is geregeld. Ik ga nu de krenten uit de pap halen voor wat betreft de beantwoording van de rechters.

Strafrecht

De tweede vraag werd als eerste beantwoord. Het mag dan volgens de rechters een gegeven zijn dat lidstaten hun beleid inzake kansspelen zelf mogen inrichten (onder bepaalde voorwaarden) maar een dergelijk beleid blijft op zich strijdig met artikel 49 EG. “Het Unierecht verzet zich ertegen dat een inbreuk op een monopolie voor de exploitatie van kansspelen, strafrechtelijk wordt bestraft indien een dergelijke regeling met dit Unierecht in strijd is.” Dit is wel een aardig gegeven bij de komende discussie in ons land, waar steeds maar weer geroepen wordt dat illegale aanbieders (uiteindelijk) keihard moeten worden aangepakt, maar zo makkelijk is dat dus niet.

Dienstenverlening

De vierde vraag is een heel nuttige gebleken, want het is alweer een jaar of acht geleden dat dit eens ter sprake is geweest. Het aanbod van online casinospelen is niet gedaan door de Oostenrijkse vestiging, maar door Maltese vestigingen met een Maltese licentie. Het is dus deze Maltese vestiging die de klantcontacten met Oostenrijkse spelers legt en onderhoudt. De Oostenrijkse vestiging verleent daarbij wat hand- en spandiensten, maar, zo oordeelt het Hof, dat zijn diensten waar de spelers niet of nauwelijks weet van hebben en daarom vallen die diensten wél gewoon onder de werking van artikel 49. Dat roept bij mij direct de vraag op of de Nederlandse overheid een bank zou kunnen vervolgen, die weigert het betalingsverkeer tussen rekeninghouders en online casino’s te blokkeren.

Morgen deel II, over het monopolie zelf en het gevoerde handelsbeleid